Kerstians woning staat aan de rand van een Brabants dorp. Met de hulp van enkele rabauwen werd het huis door Tolnaer en Manders platgebrand, zodat deze zich zijn gronden konden toe-eigenen. Kerstian was afwezig, maar zijn vrouw kwam om in de brand. Negentien jaar later passeert Johan de restanten van het huis en bemerkt een zonderling in een kapmantel. Later zal blijken dat die Kerstian was die intussen een vuurmantel ontwikkeld heeft om wraak te nemen op de brandstichters.
De vuurmantel komt echter in handen van Klaus, de hoofdman van de rabauwen in de Verboden Wijk. Hij geeft zich uit voor Vuurgeest en perst zo de mensen uit. Als ze niet willen dat hun huis in vlammen opgaat, moeten ze een grote som geld afdragen. De overdracht van het geld gebeurt eveneens in deze ruïne.